De schuld van Griekenland

Daar staat hij met zijn tas met boodschappen. Aan de kassa van de Albert Heijn. Een kleine, tengere man van in de zeventig schat ik zo. Voorzichtig probeert hij een praatje aan te knopen met de jonge cassière, maar tevergeefs. Het meisje lijkt te druk met haar werkzaamheden om te reageren op wat hij zegt. ‘Heeft u een bonuskaart meneer?’ is het enige wat hij terug krijgt. Nee, die heeft hij niet. Ook geen pinpas wellicht; hij betaalt zijn boodschappen contant. Als hij het wisselgeld wil aannemen vallen de boodschappen die hij zojuist zorgvuldig heeft ingeladen uit zijn tas. Zonder aarzelen buk ik om het halfje wit en het pak melk op te rapen en terug in de tas te stoppen. De man kijkt me verbaasd aan. ‘Kijk, dat is nou vriendelijk’ zegt hij. ‘Dat zie je niet vaak meer, wat vind ik dat aardig’. ‘Ik bèn gewoon aardig meneer’ zeg ik met een knipoog. Ik besef dat ik de man puur uit eigenbelang help; als ik moet wachten tot die ouwe z’n boodschapjes zelf bij elkaar heeft geraapt, duurt het immers nog langer voordat ik aan de beurt ben en mijn parkeertijd zit er al een paar minuten op. Zo aardig ben ik dus ook weer niet, denk ik bij mezelf.

Griekenlandschuld

Lees verder “De schuld van Griekenland”