Lap oit mun snoit

Jarenlang was het een ‘running gag’ in onze familie: “lap oit mun snoit!” Het zal ergens eind jaren ‘70, begin ‘80 zijn geweest, toen ik met mijn ouders en broer familie bezocht op de camping in Burgh-Haamstede. Als jongste telg van het gezelschap mocht ik trots boven iedereen uitkijken op de sterke schouders van mijn neef. Bij elk zomerbriesje dat zijn kop opstak waaide de stof van mijn zomerjurkje voor zijn ogen, waarop zijn reactie steevast was: “haal die lap uit m’n snuit!” wat in zijn Hoevens dialect klonk als:  “lap oit mun snoit!”

Ruim veertig jaar later brengt de mondkapjesplicht mij dagelijks terug naar deze jeugdherinnering. Hoe ik over deze verplichting en andere coronamaatregelen denk is wel duidelijk, daar is genoeg over gezegd. Neemt niet weg dat ik mij (met tegenzin) netjes aan de regels hou en ik heel erg meeleef met iedereen die door corona is getroffen en hoop dat zij zich snel beter zullen voelen.

In deze rottige tijden moeten we zoeken naar lichtpuntjes, en die vind ik in de naar mijn mening meest onlogische en naarste maatregel van allemaal: die lap voor m’n snuit. Dankbaar voor deze mooie herinnering, hoop ik van harte dat de ‘snuitlap’ snel uit het straatbeeld verdwijnt. Zodat we elkaar weer vriendelijk kunnen begroeten met een warme glimlach en ik een lap stof in het gezicht alleen nog associeer met die zorgeloze tijd in Zeeland.