Deze blog zou kunnen gaan over de bijzondere momenten tijdens onze vakantie in Egypte. Over de waanzinnige onderwaterwereld die we daar aanschouwden, tijdens een bijzondere snorkeltour. Die zo mooi was, dat we uren in het water bleven en we plotseling werden verrast door laagtij, waardoor het rif bijna bloot kwam te liggen en we al klunend over het koraal (auw!) terug aan land moesten zien te komen. Waarbij we zeedieren zagen waarvan we het bestaan niet kenden en koralen in de meest prachtige kleuren en vormen.
Toch gaat deze blog over iets anders. Iets groters. Iets waarbij al het voorgaande verzwakt. Namelijk een mensenleven dat zomaar voorbij kan zijn
Natuurlijk zou deze blog ook kunnen gaan over een min of meer mislukte bootexcursie, waarbij we vol verwachting ons schitterende resort met alle denkbare luxe verruilden voor een dag op zee in de hoop met wilde dolfijnen te kunnen zwemmen, waarvan we uiteindelijk slechts vanaf een afstand een glimp konden opvangen, in het bijzijn van drie andere boten met honderden toeristen. Waarbij we na een poosje morren en klagen de slappe lach kregen, zittend op de septische tank op de boeg van het schip. “Kijk die domme toeristen nou, ze verdringen elkaar van die roeibootjes en ze verzuipen bijna om een stukje dolfijn te zien. Die ene daar moesten ze net al een reddingsboei toewerpen! Nee, dan zitten we hier beter met z’n tweetjes op die tank met stront.” “Totdat die bezwijkt onder ons gewicht. Wat zouden we stinken.” “Dan kunnen we altijd nog in zee springen. Kunnen we meteen met dolfijnen zwemmen.” Daar zou deze blog over kunnen gaan.
Of over de man van de ijssalon, die samen met zijn kat vanuit een ander hotel naar het resort in Makadi Bay was verhuisd en in zijn omgang met toeristen in vijfentwintig talen goedendag had leren zeggen. En wat te denken van die zandstorm, die vanuit het niets opstak waardoor we uren later nog steeds een laag stof op al onze spullen vonden en de zandkorrels tussen onze tanden bleven knarsen. Of over die ene jongen die er genoegen in schepte om – gewapend met duikbril – zo snel mogelijk rondjes door de whirpool te zwemmen, waarbij het water over de rand kletste. Het zou allemaal kunnen.
Toch gaat deze blog over iets anders. Iets groters. Iets waarbij al het voorgaande verzwakt. Namelijk een mensenleven dat zomaar voorbij kan zijn.
We kenden de dames van het dagje op de boot, ze verbleven in hetzelfde hotel. We spraken ze regelmatig even, bij het ontbijt of in het voorbijgaan naar het strand. Leuke vrouwen van onze leeftijd, voor wie deze vakantie extra bijzonder moest worden. Omdat het wellicht hun laatste zou zijn. Dat nieuws vertelden ze ons pas op de luchthaven van Hurghada. Eén van de dames had onlangs het slechte nieuws gekregen dat ze was uitbehandeld, na een lange strijd tegen kanker. Dat de artsen niets meer voor haar konden doen en dat ze in de tijd die haar nog restte, nog maar zoveel mogelijk moest genieten. Daarom was ze met haar vriendin naar Egypte gekomen. En hoewel de vakantie op sommige vlakken niet was geweest wat ze had gehoopt, had ze meer genoten dan ooit. Bij het horen van haar verhaal voelde ik me klein worden. Klein en onbeduidend. Want kan ons dit niet allemaal overkomen? Zouden we niet al onze dagen moeten beleven alsof het de laatste is? Terwijl we ons bezighouden met allerlei zaken die er niet toe doen, vergeten we te genieten van het moment, te waarderen wat we hebben.
Daarom gaat deze blog over alle helden en heldinnen die strijden tegen kanker of welke andere ziekte dan ook. Voor hen die het gevecht hebben overwonnen en voor hen die we zijn verloren na hun dappere strijd. Opdat zij nooit vergeten zullen worden en hun strijd altijd herinnerd.