Een stoot adrenaline raast door mijn lijf, m’n hartslag bereikt een ongekende hoogte en al mijn spieren zijn aangespannen. Klaar om te vechten of vluchten, voor dat vreselijke ding dat op mijn schouwtje zit. Een rilling loopt over mijn rug en ik durf haast niet dichterbij te komen. Een spin, met een lijf zo dik als een vingerhoedje en poten zo lang als satéstokjes zit me vanaf een afstandje gade te slaan. Ongelooflijk, zo’n exotisch exemplaar, in mijn huis in Nederland! Precies zo eentje als die ik ooit fotografeerde op Bali, ik weet nog dat ik er toen ook van huiverde.
Het duurt even voordat het besef doordringt. Hoe stom kun je zijn? Dit IS die spin van Bali, die ik vanochtend notabene zelf heb uitgeknipt van de bewuste foto. Ik had gedacht lollig te zijn en wilde m’n man laten schrikken. Een bekend spreekwoord doemt bij me op, iets met een kuil graven… Met een klein hobbyschaartje had ik de spin zo secuur mogelijk uit de foto geknipt en om het wat realistischer te maken had ik z’n pootjes een beetje omgekruld. En zo stond het stukje fotopapier daar levensecht te wezen op mijn schouwtje, wachtend op een nietsvermoedende voorbijganger. Ik had er alleen geen rekening mee gehouden dat ik dit zelf zou zijn.
Een schrikreactie gaat razendsnel, zo blijkt. Veel sneller dan het logische verstand; ik was me al half dood geschrokken voordat ik kon bevatten wat er gaande was. Ik sta versteld dat ik zo ben geschrokken van mijn eigen sluwe plannetje. Ik heb de spin in elk geval realistisch genoeg uitgeknipt, kan ik nu wel stellen. Maar ik vind het toch hoogst merkwaardig dat het echt een paar seconden leek te duren voordat ik doorhad dat het om een stuk fotopapier ging, terwijl mijn lichaam zich in dat korte tijdsbestek wel al helemaal had voorbereid op de strijd. En dat is te merken, getuige mijn hoge hartslag en de rode vlekken in mijn hals.
Een uurtje later ben ik dit voorval weer vergeten en hoor ik manlief thuiskomen. Uiterst kalm loopt hij voorbij het schouwtje en zegt: ‘hé wat grappig, dat is die spin uit Bali toch?’ Nou breekt m’n klomp. Dat is alles? Ik zat zelf zowat tegen het plafond van de schrik en hij loopt er lachend aan voorbij? Is zijn reactie nou zo lauw of was de mijne gewoon overdreven?
Dat brengt mij tot de vraag of dit soort reacties bij hoogsensitieve mensen ook heviger is. Hoogsensitiviteit komt heel veel voor, zo’n 20% van de bevolking kan zich in mindere of meerdere mate hoogsensitief noemen. Ik weet inmiddels wel dat ik bij deze groep hoor en dat heel veel mensen met het Tourette syndroom zich hierbij kunnen scharen. Misschien denk ik er wel teveel over na en is het gewoon heel simpel: de ene persoon ervaart dingen nou eenmaal intenser dan de andere. Maar mag ik toch de voorzichtige conclusie trekken dat hoogsensitiviteit en Tourette onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden? Het lijkt er in elk geval wel op en het geeft toch weer een klein stukje meer inzicht.
Hoe dan ook, ik heb weer wel iets geleerd van mijn spinnenprojectje. Namelijk dat ik beter geen grapjes kan uithalen met dingen die vooral mijzelf zo’n angst aanjagen. En misschien is het maar beter om gewoon niemand meer voor de gek te houden. Ik zal toch een keer volwassen moeten worden (maar vandaag nog even niet).